Wat minderaars van minimalisten kunnen leren

The untapped science of less

Minderaars hoeven geen minimalisten te zijn. Ze hoeven er geen anti-technologische, verlichte of vage theorieën op na te houden. Minderen vraagt inspanning. Die inspanningen dreigen in de alternatieve hoek juist onbesproken te blijven. Althans, volgens een Amerikaanse professor in Design Studies Leidy Klotz. In zijn boek ‘Subtract. The Untapped Science of Less’ geeft hij een inkijkje in de wetenschap van het weglaten.

Hoe vaak stellen we onszelf niet de vraag: ‘Wat kan ik doen om de situatie beter te maken? Wat kan ik toevoegen?’ In Subtract draait Leidy Klotz de vraag om: ‘Wat kan ik laten in deze situatie? Waar kunnen we wel zonder?’

Stoppen met het oude is moeilijker dan nieuwe plannen maken. Schrappen is taaier dan toevoegen enzovoort. In Subtract onderzoekt Leidy Klotz het onderwerp grondig en precies. Hij beschrijft de culturele, economische en cognitieve factoren die toevoegen en meer door de eeuwen heen voortstuwden.

Goede minderaars kunnen overigens wel iets wat verlichte minimalisten meestal ook goed kunnen; het grotere plaatje centraal stellen. Uitzoomen. Wat vind ik nu echt belangrijk? Welke spullen heb ik werkelijk nodig? Systeemdenkers specialiseren zich bijvoorbeeld juist in ‘het grote plaatje’.

‘Does it spark joy’

Voor wie zich aan het minderen wil wagen; à la Marie Kondo adviseert de specialist ons overigens wel positieve associaties te blijven oproepen. Gebruik positieve werkwoorden met de vibes van een opruimgoeroe: onthul, verbind, creëer, trancheer enzovoort.

Tot zover dit stukje… (‘In der beschränkung zeigt sich erst der meister’)